Wist ik veel dat ze zo verdomd preuts zou reageren? Ludwig schudt het verwijt uit zijn hoofd en drukt met zijn wijsvinger de lage sol in. De toon zindert melancholisch vanuit de openstaande vleugel. Twee bloedspatten, een ter grootte van een pijnstiller en een kleinere, bevlekken het pianoklavier.
Wanneer ze niet gedrogeerd rondliep, was ze onuitstaanbaar, maar God, wat kon ze zingen! Je zou voor minder een misdaad begaan.
Ludwig tikt de askegel van zijn sigaret, de zoveelste, op de grond. Het zwarte strikje hangt los om zijn nek, de hemdskraag open. Zijn anders zo stijlvolle kostuum valt uit de toon; sporen van lippenstift vermengd met angstzweet.
De muffe jazzbar kreunt onder het binnenvallende daglicht en treurt om haar diva.
Heeft Beethoofden er zijn tanden in bezet?