‘En schat, hoe was je dag?, vraagt Mina.
‘Hou op, schei uit alsjeblieft.’
‘Ging je vandaag niet met Gerrit op karwei? Die juwelierszaak op het Olmenplein toch?’
‘Precies. Zoals gewoonlijk hield ik met mijn blaffer de eigenaar koest en Gerrit gapte zoveel mogelijk spullen.’
‘Vijf minuten stipt.’
‘Precies. Wij als een haas ervandoor. Is die gozer na een half uur nog niet in de loods.’
‘Zei ik het niet? Ik heb die Gerrit altijd een linkmiegel gevonden.’
‘Hoe je bek, takkewijf. Gerrit is zo betrouwbaar als de Nederlandse Bank. Belt na anderhalf uur z’n wijffie. Is die gozer door zo’n flapdrol van een pizzakoerier omver gereden. Heeft ie z’n arm gebroken.’
‘En de kat?’
‘Wat denk je nou zelf, mokkeltje?’
Recente reacties