De houthakker trok het bos in, bijl op zijn schouder. Onder zijn arm droeg hij de bal van zijn zoontje. Vorige week verloor hij nog met 3 doelpunten van hem. In het bos zette hij twee palen rechtop en ging doelschieten. Hij werd steeds beter. Vanavond wilde hij revanche nemen.
Na tien bomen gekapt en opgeruimd, ging hij naar huis. Hij had honger als een paard, eerst wilde hij eten en daarna voetballen. Petter had huiswerk en niet veel zin om met zijn vader te voetballen, hij wist dat die vandaag had geoefend.
Er zat niets anders op, hij moest een potje meespelen. Het werd een hard partijtje, Petter kreeg maar één punt. Vader houthakker was veel te goed geworden.
Wat een nare vader, Jacqueline! Wel een grappig stukje ☺
Hè, wat een kinderachtige vader.
Soms is het kind in de man vertederend, soms uitermate storend.
Inderdaad een flauwe vent, die stoere houthakker. Dat heb je goed weten over te brengen!