Kleine Soeta knikt als ik haar de nap met bonen geef.
Weer glijdt er een traan over mijn wang als ik zelf opschep.
Vijf dagen geleden kreeg ik een maaltijd van haar ouders en een veilige slaapplaats in een hoek van de kelder.
Perfect buiten het bereik van de zonnestralen.
Deze mensen waren hartelijk én vel over been.
Hun lichamen schreeuwden om eten, maar toch werd het meeste door een gierige schuldeiser afgenomen. Toen ik die nacht de dikke vette schout in zijn nek beet, stierf helaas eerst de vader en vlak daarna de moeder.
Ik leg een grote plak schoutenbuik over haar bonen.
Hoe zorg ik voor Soeta als ik over een maand Holle Bolle Gijs te grazen neem?
Ik moest het wel een paar keer lezen om je gedachtesprongen (hoop ik) te volgen, maar dat is nu net het leuke aan dit soort stukjes. Zo vraag ik me af waarom nu juist Holle Bolle Gijs binnenkort op zijn (haar?) menu staat.
Taaldingetjes:
* glijd moet glijdt zijn
* achter schreeuwde nog een n
* achter ‘schreeuwden om eten’ hoort voor mij een komma.
* idem tussen beet en stierf
Schoutenbuik over de bonen. Walgelijk woord. Maar past wel in je verhaal. Schoutenbuikspek. Yek.
Is de HP een weerwolf? Omdat hij pas volgende maand H.B. Gijs gaat eten? Of is het omdat de schout zo dik was dat ze nog een maandje weg kunnen?
Schuddebuikend van het lachen gelezen, VmetdeVork.
Ik denk zelf dat de HP iets van een vampier weg heeft; “Perfect buiten het bereik van de zonnestralen”.
So wie so (sluit me aan bij de tips van Hay) een dik hart!
Groeten, Rolf van der Leest
Beste vleesvork,
Een stukje dat juist door de ingehouden toon, het midden tussen ironie enrealitet houdt.
Jammer dat je op het laatst met holle bolle Gijs aan komt zetten. Dat is een al te nadrukkelijk effect, in geheel bezien.
Met vriendelijke groet,
chris
Broeders en zusters,
Met het schaamrood op mijn kaken de taalfouten gecorrigeerd. ( de traan glijdt inderdaad…)
Vork is mijn alter-ego en (half)vampier.(dat verhaal komt nog in boekvorm ooit.)
De schout is een inhalige leverslokker en Holle Bolle Gijs zeker! Ik maak van de nood een deugd; ik prik ze aan de vork en deel indien nodig.
VmetdeVorK.