In 1955 gaf de kapelaan elke week godsdienstles aan de jongens in de derde klas van de lagere school. Ik luisterde graag naar zijn verhalen, hij vertelde beeldend.
Het werd een spektakel bij zijn les over ‘Jezus en de storm op het meer’. Hij vroeg de klas om de storm na te doen. De jongens voegden meteen de daad bij het woord, klommen op de banken en gingen joelen en schreeuwen.
In de deur van het klaslokaal zat een klein raam. Daarachter zag ik het schoolhoofd, die zo van orde hield en de kinderen graag strak in het gelid in de rij liet staan.
Hij kwam de klas binnen. De kinderen vielen stil.
De week daarna gaf de pastoor godsdienstles.
En die pastoor vertelde lang niet zo beeldend, denk ik?
Mooie herinnering. Het had leuk geweest als je had geeindigd met ‘De kinderen vielen stil.’
Realistisch!
Op de Detailhandelsschool in Roermond kregen wij godsdienstles van een missionaris die voor een jaar over Ghana om bij te tanken. Hij was gewend om in het Engels les te geven en begon een volgende zin vaak met ´So´ Onze klas haakte daar prompt op in. iedere keer wanneer wij dachten dat ´So´ er aan kwam fluisterde onze klas ´So ´.
Na een half jaar, waarin de man steeds zenuwachtiger werd, werd hij vervangen door zwaarder kaliber, de deken van Roermond. Deze bleek op een of andere manier heel prettig en ondogmatisch les te kunnen geven, een ziekenherder waardig.
Mooi stukje nostalgie!
Met vriendelijke groet °hartje,
Chris
dank voor jullie reacties; eindigen met de kinderen vielen stil zou stilistisch mooier zijn, maar ik wilde ook die pastoor nog even ten tonele brengen.