Hij heet Sander, ook wel Sjoerd. Soms zijn ze samen, maar ze kennen elkaar niet. Sander is intelligent en studeert, Sjoerd is zwakbegaafd en licht crimineel.
Vannacht stichtte hij brand in de kerk van Wegeldingen. Het oude, eikenhouten kerkdak stortte naar beneden terwijl hij nog gulzig genoot van de vlammenzee. Een van de loodzware balken stortte bovenop hem. Hij worstelde en kreunde om eronderuit te komen.
Het vuur lekte eerst gretig aan zijn schouders, daarna vrat het zich vol met de rest van Sjoerds lichaam. Hij kermde en schreeuwde in de onvoorstelbare herrie van het hellevuur; zijn geest nam afstand van zijn lijf. Niemand herkende de verkoolde skeletresten.
Sanders intelligentie vermenigvuldigde zich en hij studeerde cum laude af als psycholoog.
Heel mooi.
Indringend stukje
Hmm intrigerend, maar ik weet niet goed wat ik ervan moet maken. Zijn Sander en Sjoerd 1 persoon of toch niet…?
‘Het vuur lekte ‘ moet denk ik ‘likte’ zijn.
@Jacqueline
Aardig bedacht en goed geschreven, maar die laatste zin vind ik erg geforceerd overkomen. Ik heb de indruk dat je aan die 120 woorden toch niet helemaal genoeg had om te vertellen wat je in je hoofd had.
Hay, ja dat klopt eigenlijk wel, de balans is er niet. Zie ik nu ook wel maar zag het niet eerder.
En Inge, vuur likt, maar volgens mij lekken de vlammen ook. Of toch niet? Hm, nu twijfel ik dus.