Tussen de in het groen verstopte takken
van de hoge boom die verderop in onze straat staat
Woont een man
denk ik
Ik zie hem nooit
ik hoor hem enkel kreunen
Het moet dus wel een man zijn
want vrouwen kreunen anders
Soms voer ik hem
kleine stukjes brood
die nog in mijn jaszak zwierven
of een appel of peer
ontvreemd van de fruitschaal
Ik zie hem nooit
hij zegt ook nooit
bedankt of zo
Toch weet ik dat hij er woont
maar dat niemand hem ziet
Immers,
spoken bestaan niet
en
spoken hoeven ook niet
te eten…….
Leuk, ik zie hem wel voor me
‘verder op’ > ‘verderop’
ah ja
zondermeer