Ik ben thuis. Thuis is de plek die je alleen maar kan borgen door hem af en toe te verlaten. Thuis, de plek die je veilig houdt, waar je vertrouwd bent met de geuren en geluiden om je heen, waar je niet vandaan wil als je moe bent, waar je in een warm bed of bad duikt om tot rust te komen. Waar mensen wonen die van je houden en waar elke plank op de trap een piepje maakt wat je kent. In alles wat samen is, in alles wat je bindt, de muren, de stenen, het gras. Als ik weer weg ga, neem ik steeds een beetje thuis mee. Zo spreidt mijn thuis zich niet, zo blijf ik thuis.
Als je dit zo leest, lijkt het vreemd dat mensen van oorsprong eigenlijk pure nomaden zijn.
Vandaar dat ze wel eens zeggen, dat het leukste van weggaan, thuiskomen is.
En let even op de zin met waar je niet vandaan wil..
Is dus je wilt.