‘Ik zag uw billen.’
De vrouw voor me kwam overeind. ‘Pardon?’
‘Toen u uw veter strikte.’
‘Mijn billen?’
‘Nou ja, kontspleet. Ik zag uw kontspleet gloren.’
‘Dat zijn geen billen.’
‘Ik vind van wel. U bent aan de beurt.’
De vrouw draaide zich naar de toonbank. ‘Goedemiddag, mag ik een ons kikkerkontspleet?’
‘Kikkerkontspleet?’ herhaalde de verkoper. ‘Ik heb wél kikkerbillen. Is dat wat u bedoelt?’
Ze keek naar me om. ‘Ziet u wel, kontspleet is iets anders. Dat gezwam over billen en spleten.’ Ze richtte zich weer tot de verkoper. ‘U hebt zeker ook genoeg van dat spleetzwammen.’
De man fronste zijn wenkbrauwen. ‘Champignons?’
leuk woordenspel
Dekselse traiteur.
Verkocht hij ook hammen?
Geen hammen. Wel worsten. Twee voor de prijs van één tijdens de DolleDildoDagen