Daar ligt ze, heerlijk te soezen. Ze snurkt zelfs een beetje. Ik kijk hoe ze ademt. Haar borstkas beweegt zachtjes op en neer. Ik zie haar ogen achter haar oogleden heen en weer bewegen. Ze doet vast een REM-slaapje.
Ik draai me nog eens om en houd mijn kussen stevig vast.
Ik wil geen ruzie en ze mag niet bij me weggaan. Ik wil haar niet kwijt.
Ik ben misselijk.
Ik druk mijn kussen op het gezicht van mijn geliefde, tot ze niet meer ademt, tot ze niet meer tegenspartelt.
Ze is nu op reis, en ik ga met met haar mee,
Om voor altijd bij haar te zijn spring ik van de stoel met een strop om mijn nek.
Het gevoel heb je overgebracht, het end was alleen weer niet happy, ook al staat daar van wel, sort of…