Het bord soep staat dampend op tafel. Oma heeft het tot de rand gevuld, zoals het hoort. Ze eet alleen, wij hebben al gegeten. Ze heeft ook niet veel honger. De geur van bouillon vult de eetkamer. Zwevende stukjes ui en prei en sliertjes kippenvlees zweven naar de bodem van het bord. We horen het gekakel buiten van de ontsnapte kip die eten komt bedelen. We kletsen en we lachen en oma eet de soep. Dan staat ze op. “Klaar.” zegt ze. Het bord is nog niet leeg. Ze schuift het me toe, met de groenten en het vlees nog op de bodem. “Gooi maar buiten op de stoep, voor die schooier.”
Recente reacties