“Een hoge golf”, zei Tom gebarend met zijn handen: “En daar ging ik, over de kop.”
Ik keek naar zijn handen, ze waren eeltig met diepe droge scheuren. Met zulke kloven zou een potje uierzalf best wel van pas kunnen komen.
Ik zag dat hij ietwat moeizaam om zich heen keek. “Stijve nek?” Vroeg ik achteloos.
Tom keek me streng aan. “Een beetje”, zei hij: “Met roeien moet je steeds achterom kijken om te controleren waar je naar toe gaat.”
“Ik zag dat je allerlei apparatuur op je roeiboot had, niet aan achteruitkijkspiegels gedacht? Had je die golf misschien ook kunnen zien aankomen.”
Tom liet zijn hoofd zakken, schudde het hoofd en gromde: “Kaasschaaf en kurkentrekker was ik niet vergeten.”
kaasschaaf als achteruitkijkspiegel monteren, is dat geen optie?