Er was eens een wijze man die antwoord wist op alle vragen die hem gesteld werden. Van geneeskunde tot economie; van klassieke muziek tot astrologie. Niemand wilde met hem Trivianten.
De man zat in quizzes, werd geraadpleegd door de crème de la crème, was een geziene gast bij praatprogramma’s en was buitengemeen vermaard in binnen- en buitenland. Hij exploiteerde zichzelf prima.
Op goede dag trad er op zijn spreekuur iemand binnen die duidelijk geestelijk niet volwaardig was. Niet goed snik, was de algemene opinie.
De dorpsgek aarzelde schraapte zijn keel en vroeg: “U weet alles, ik weet van niets; u bezit veel, ik heb niets. Hoe kan het dan, dat ik gelukkig ben en u doodongelukkig?”
Het orakel zweeg voorgoed.
Goed geluk maakt het verschil.