Hij liet me in 3 weken Cuba zien door zijn bruine rusteloze ogen. Hij wist elke verborgen camera in de stad aan te wijzen, elke als buurman vermomde burgerwacht, elke verrader, goeddoeners en alle geheime ontmoetingsplaatsen van de stad. Ik belandde in de onderbuik van nachtelijk Havanna. In kelders van half ingestorte huizen en geïmproviseerde hutten buiten de stad, op daken en achterkamers kolkte het van levenskracht en strijdlust. Het leven van de Cubanen heeft zich opgesplitst in twee realiteiten: Eén van overleven, zoete salsa en vrolijke toeristen en een andere, veel echtere wereld ver weg van het overal aanwezige oog van de onderdrukker. Cuba heeft pijn en die pijn heet dictatuur. Maar Cuba borrelt en zal opstaan. Misschien morgen.
Chapeau
Yes! Goed verhaal.
Mocht je de film Havana Blues nog niet gezien hebben dan moet je die zeker kijken.
Mijn duim heb je.