Hij is bijzonder aardig, altijd vriendelijk, geduldig, nooit een kwaad woord. Alom geliefd in de buurt, staat klaar met raad en daad. Hij heeft wat last van zijn rug; Pogingen niet neer te kijken op mensen die hem niet bevallen doen zijn nekspieren kraken. En soms wordt hij boos, héééél boos. Die ene vraag die zijn ziel raakt doet hem in toorn ontsteken. Als hij boos wordt haalt hij uit, poogt hij je te vernederen, toont hij zijn ware aard. Hij laat dan héééél even zien wie hij is. Héééél kort maar, om zich dan meteen weer achter zijn masker van tolerantie en van kennis te verbergen.
Opgepast aardig persoon, voor die ene vraag die uw vernislaagje héééél even wegbrandt.
Prachtig.
En uw eigen ene vraag is … ?
Wie bent U?
Wie bent u? {heel goed bedacht}
Hij/zij die mij dat vragen krijgen misschien het vernislaagje eraf, om dan te ontdekken, afhankelijk van hun vooroordeel, en mijn vooroordeel, dat ik veel aardiger ben dan ze dachten. Of… inderdaad een dodelijke toorn kan ontsteken.
Wie ik dus ben, is perceptie van de vrager.
Ik zou deze vraag niet zo snel stellen. Ik zou eerder laten zien wie ik ben. En, na 1001 x geven en proberen te ontvangen beantwoord uw vraag zich [ongeveer] vanzelf.