‘Sire, er is een strijd gaande!’
‘Ja, ja. Ik kan ook zelfstandig lezen’, aldus de koning.
‘Oh, u bent al op de hoogte begrijp ik.’
‘Natuurlijk, Verschuren, vrijwel niets ontgaat me.’
‘In dat kader, Sire, de statistieken kloppen niet, naar mijn bescheiden mening.’
‘Hoe dat zo?’
‘Nou, wekelijks schrijf ik één of meerdere pennenvruchten, een onafgebroken reeks.’
‘Mijn opponent -uw geestelijk vader- behoort waarschijnlijk zelfs zelf ook in dat illustere rijtje thuis.’
‘Als dat zo is, dan heb je zeker een punt beste hofdichter.’
‘Zoiets mag niet gebeuren en dient terstond te worden gecorrigeerd!’
‘Ik heb daar wel een mannetje voor.’
‘Euh, de beloning? De eeuwige vermelding in de statistieken?’
‘Ja, ja, dat wordt ook aangepast.’
‘Nar, waar ben je?’
Geweldig Luc, dit is een nog grotere beloning
Graag gedaan Willem, wie weet kunnen we er aan gaan wennen? Thx.