‘Jij bent aan de beurt.’
Dat laat ik mij geen twee keer zeggen. Wie zal ik kiezen? Frans of Frank? Frans ligt het dichtste bij, maar Frank heeft veel meer land. Bij hem valt meer te halen en Frank is toch meer een sukkelaar.
‘Schiet eens op Freek!’
Ik gooi het mes bijna in Frank’s voet.
‘Hé koekwaus, kijk eens seffens uit!’
Stevig zet ik mijn voet tegen de grens en kiep voorzichtig voorover. Mijn zwaartepunt ligt goed en hou voldoende ruimte over om naar het mes te reiken. Snel trek ik een lijn in een grote boog voor Frank’s voet. Wauw nu heb ik het meeste land. Ik wil minstens één scharrelaar. Dat gaat dus nog wel even duren.
Ha, landjepik als ik het goed heb. Alleen ken(of snap) ik het verband met scharrelaar niet.
Scharrel-aar
@Mien. In de landmeetkunde wordt van een are gesproken.
Nou en, de strekking van deze honderd meter spreekt voor zichzelf. In dialect spreekt men ook vaak van aar. Aor ook soms. Dit kan dan weer verbasterd worden naar aorig. Eigenaorig. Eigenaardig nietwaar?
@Mien: Eén Scharrel-aar lijkt me nog een betere titel. ?
Had zeker gekund. Maar dan geef ik het ook meteen weg. Bovendien onderschat ik de lezers niet.