Ik raak mijn hand aan.
Ik ben er nog.
Ik tik tegen de lichtgroene muur.
Vliesbehang.
Er klopt iemand op mijn deur.
Ik zie een streep licht.
‘Herman, we gaan eten. Kom je ook?’
Ze is heel aardig. Nina, heet ze.
Ik schud mijn hoofd. ‘Geen honger.’
‘Je moet iets eten. Je hebt vanmorgen ook al niets op.’
Ik schud wederom mijn hoofd en draai mijn lijf om.
Ik hoor het geluid van openschuivende gordijnen.
Licht. Het is al licht.
Een zacht tikje op mijn schouder.
‘Kom, Herman,’ zegt Nina nu fermer. ‘Ik wil graag dat je komt eten. De rest zit al aan tafel.’
Ik brom.
‘Herman…’
‘Geen honger.’
Nina raakt kort mijn schouder aan.
Ik ben er nog.
Recente reacties