Een goede vraag. In de bank kijk in naast me. Mijn vader niet. Aan de andere kant mijn moeder. Ook niet. Maar wie rook er dan wel? Voorzichtig draai ik me om. Eigenlijk mag ik dat niet, want het is onbeleefd. Onzin. Hoe vaak ik mij in de toekomst nog zou omdraaien, dat wil niemand weten. Soms van walging en soms om iets niet te hoeven zien.
Maar ik weet nog steeds niet wie er rookt? Roken in de kerk is zwaar verboden. Dat zie je niemand dan ook doen. Ja een keer heb ik mijn broer zien roken. Uit zijn oren. Werkelijkwaar. Diep in elkaar gedoken rook hij een stickie. Goede weed. Beter dan die wierook. En betere kwaliteit.
Recente reacties