Zo rond kwart voor zes ging ik, moeizaam lopend achter een rollator, van mijn kamer naar het restaurant, één verdieping lager. Ik meldde me daar, zodat mijn naam op de gastenlijst kon worden doorgestreept.
Ik keek naar de tafels waar deels stoelen omheen stonden en deels plekken voor rolstoelgebruikers werden vrijgehouden.
Ik schoof aan bij een man van vijfennegentig. Hij had na een val twee dagen thuis op de vloer gelegen, zonder eten en drinken en was toen door zijn schoondochter ontdekt. Het alarm lag voor hem buiten handbereik. ‘Ik heb het voor mezelf verpest. Eerst kon ik alles nog zelf.’
Hij sprak plechtig, zoals ooit Marten Toonder.
Op weg naar boven, in de lift, keek ik in de spiegel.
Na twee maanden afwezigheid is dit weer een stukje van mijn hand, met daarin recente indrukken verwerkt
@José: leuk dat je terug bent. 😊👍 Aardig stukje.
Fijn dat je herstel zodanige vorm heeft dat je weer meer mobiel bent en vooral dat je weer schrijft. Mooi hoe je via een spiegelbeeld veel weergeeft.
@José. Fijn dat je er weer bent! Met een toepasselijk stukje.
buiten zijn handbereik – buiten handbereik
Op de weg naar boven – Op weg naar boven
Wat een confrontatie met jezelf. Dat in de spiegel kijken maakt dit verhaal echt af. Erg mooi!
Heel beeldend beschreven, José.
De slotzin blijft hangen en geeft het verhaal diepgang.
Nog dank voor de reacties op dit stukje, Han, ik heb de tekst aangepast.