De veroordeling luidt: dertig dagen niet spreken en schrijven.
Honderd paar zwartbruine ogen kijken streng vanonder de wollen doeken, de woestijnwind brandt dit op mijn netvlies.
Te veel gezegd, te veel gedacht.
Mijn vader heeft zich afgekeerd uit schaamte dat zijn zoon zich zo weinig beheerst.
De kamelen ploffen geduldig over de route door de bergen. Ik leid ze zwijgend naar de markt.
De zon blakert wild vuur in mijn verlangen naar vrijheid, keuzes maken, je eigen pad volgen. De verboden liefde van Maryam, de studie rechten die ik wil volgen.
Mijn woorden kunnen nergens heen.
Een bijtende zee van zand, hagedissen en cactussen. Altijd in beweging, begrensd door de stam en haar wetten.
Haat en leegte, een zoute traan.
Indrukwekkend, een heel verhaal, een hele wereld in 120 woorden.
Hekate: dank je.