Miriam en Koen hebben samen met een hele goede vriendin lekker gegeten bij de wok als afsluiting van een super gezellige dag. Ze staan te wachten op het rolstoelbusje, die Miriam en Koen weer naar huis zal brengen. Hun vriendin wordt dan opgehaald door haar vriend. Nog voordat ze in het busje zitten ergeren ze zich al kapot aan de toon waarop ze worden aangesproken door de chauffeuse. Ze praat alsof Miriam en Koen in hun bovenkamer wat mankeren en daar kan vooral Miriam absoluut niet tegen. Die nacht droomt Miriam dat ze de chauffeuse zo erg in elkaar slaat dat ze aan haar verwondingen overlijdt. Dit zou ze nooit willen en kunnen doen. Ze wordt dan ook onrustig wakker.