Ik kom het woord tegen in een evangelische tekst uit de Middeleeuwen en brengt me meteen in de war.
‘De minboedel werd tekort gedaan.’
Daar kan ik geen soep van maken. De context ontbreekt. Er zijn stukken weggepoetst. Werd de boedel van de min nu tekort gedaan door deze weg te gooien?
Of zegt het meer iets over de min. Bedoelde men eigenlijk een janboedel?
Ik lees verder in de tekst op zoek naar verheldering. En ja hoor. Vier pagina’s verder volgt een plausibele uitleg.
De min had na het minnen een aantal plussen voorzien bij het iets minder minnen van de baby. Dan is er duidelijk sprake van een mindoedel.
Of maak ik er nu een janboel van misschien?
De minboedelbedeelden komen vast nog in opstand. Let maar eens op!