“Ken ik u niet ergens van?”
“Uhm, ik ken jou niet.”
“O, nou het zit zo. Ik ben op weg naar huis en ik moest even wat boodschappen halen van mijn moeder voor de avondmaaltijd, maar nou kom ik een euro te kort. Heeft u die misschien te leen?”
“Te leen?”
“Als ik je nog eens zie, geef ik het terug.”
“Dat zou wel heel toevallig zijn.”
“Mijn moeder heeft een euro te weinig gegeven.”
“Wat heb je nodig?”
“Aardappels.”
“Dan koop je een kleinere zak?”
“En uhm gehakt, ja gehakt.”
“Dan koop je een onsje minder. Ik moet gaan. Succes ermee.”
“Vijftig cent is ook goed hoor.”
“Beste jongen, snoep koop je maar van je zakgeld.”
“Uh.”
“Doei!”
“Doei.”
Beste mandy verleijsdonk, welkom op 120w! We vinden het leuk dat je meeschrijft op onze site! Als je vragen of opmerkingen hebt horen we het graag, bijvoorbeeld op ons schrijversforum. En vergeet niet dat je altijd in gesprek kunt gaan met je collegaschrijvers via de reactiepanelen.
Groeten en veel 120 woorden lees- en schrijfplezier gewenst!
De 120w-redactie