Bram zit in de bus. Hij is oud. Heel oud. Hij mijmert wat voor zich uit. De rode jurk zit niet naar zijn wens. Hij kreukt en kriebelt. Dat komt door de goedkope stof. Hij heeft de jurk nog niet zo lang aan. Een boldotcomjongetje had hem vanochtend aan zijn deur afgegeven.
Bij de jurk zat ook een mijter. Wat moest ie daar nu mee? Bram geloofde al lang niet meer in Sinterklaas. Dat was de enige persoon waaraan Bram kon denken, in relatie tot de mijter. Hij moest er toch iets mee. Nietwaar?
Bram arriveert bijna op zijn bestemming. Rotterdam CS. Daar zou hij Nel ontmoeten. Tot voorheen Nelus. Ook wel koperen Nelus genoemd. Ook uit de kast gekomen.
Lekker gek stukje.
Wel veel zinnen die met hij beginnen. Zou je al kunnen oplossen door voor de jurk vrouwelijk te gebruiken (zoals het eigenlijk hoort, ook al staat tegenwoordig achter elk vrouwelijk woord ook (m) in Van Dale).
De van Dale geëmancipeerd. Het moet niet gekker worden. Wel het goede voorbeeld.