‘Je bent zo vroeg terug? Raakte je niet tot bij de markt?’
‘Ik nam een kortere weg langs het braakliggende perceel van de oude plantage. Die achterlijke, opgewonden schoeljes uit de buurt hielden me eerst tegen. Ze zeiden dat het ongeluk bracht als je eroverheen liep.’
‘Waarom luisterde je niet naar hen?’
‘Bijgeloof is aan mij niet besteed, Daniel. En ze overdreven. Ze huilden en ze maakten een kruisteken toen ik ging.’
‘Mensen zonder benen zijn geen schoeljes, godverdomme! Het gevaar voor ontsteking is altijd latent aanwezig. Diep onder de grond of net onder het oppervlak liggen de mijnen van de laatste oorlog. Gisteren ontplofte er een konijn. Je hebt geluk gehad.’
Vandaag leerde ik dus, weer iets baanbrekends, bij.
Wie konijnen laat ontploffen is inderdaad een schoelje.
===Het gevaar voor onsteking is altijd latent aanwezig.==
Ten eerste ‘altijd latent aanwezig’ is dubbelop. Het is of altijd latent, of altijd aanwezig. En dat is voldoende.
Ten tweede. Zoiets heet in deze context trouwens geen ontsteking maar eenexplosie. De ontsteking zit in de explosieven. Zodra de ontsteking in gang wordt gezet explodeert of detoneert het projectiel. Wanneer een ontsteking niet afgaat, heet het projectiel een blindganger. Die zijn ontbetrouwbaar en daarom minstens zo gevaarlijk.
Met vriendelijke groet,
Chris