Schrijf mee!
« »

Fictie, Mensen

Het Eerste Oordeel

9 januari 2014 | 120w | Inge Hulsker | 8

‘Wat gebeurde er?’ vraagt Michael Brinks opnieuw aan de snotterende pastoor, die op de achterste kerkbank zit te trillen. Na een diepe zucht weet hij uit te brengen: ‘Ik kwam vanmorgen vroeg, zoals altijd. Dan kunnen Aaldert en ik de mis voorbereiden en een kletspraatje maken.’ Hij bijt op zijn onderlip. ‘Ik dacht dat Aaldert er nog niet was. Tot ik van achter het doopvont zijn schoen zag uitsteken.’

Rechercheur Brinks bedankt de pastoor en vraagt aan zijn collega’s bij het altaar: ‘Iets bijzonders?’
‘Alleen dit.’ De onderzoekster houdt een in drieën gesplitst kettinkje in haar hand.
‘Wat een vreemde armband.’
‘Het is zo’n kettinkje dat over de hand van de ring naar de armband loopt. Zigeuners dragen die veel.’

Waarderen en delen

Waardeer je dit stukje van Inge Hulsker of juist niet? Geef hieronder een en/of deel het met anderen!

soortgelijke stukjes

13 reacties

Reageren

120
Wees geen muurbloem, laat je mening achter!
Houd het netjes. Je hebt 120 woorden. Huisregels.

Heb je dit stukje ook al gewaardeerd?

Geen zin om de volgende som op te lossen? Log dan in! * De CAPTCHA-code is verlopen, probeer opnieuw.


« »