Beteuterd staart Harold naar de butsen in het autodak. Wie had zo’n zware hagelbui verwacht in een Zweedse zomernacht? Ook de motorkap is gehavend. Er is niets aan te doen. Harold besluit daarom maar te gaan kanoën met zijn gezin. Het is tenslotte vakantie en vreselijk heet.
De zoons denken Vikingen te zijn. Het gejoel schalt over het water als ze een vis vangen. Finn en Lars weten dat ze dan een fikkie mogen stoken om de vis op te grillen.
“Waar is de boter?” vraagt Yvonne als ze ’s avonds rond het kampvuur zitten.
Lars wijst. De boter borrelt in de butsen van de motorkap. Ze hebben een boteroffer gebracht, zoals ze eerder hoorden over oeroude napjesstenen. Echte Vikingen!
Recente reacties