Stil ligt hij op zijn buik in de aarde. De struik die hij heeft uitgezocht om zich achter te verschuilen biedt genoeg bescherming, zodat ze hem niet kunnen vinden. Terwijl hij zichzelf zo klein mogelijk probeert te maken hoort hij verderop wat in de bosjes. Even slaat de paniek toe en hij probeert zijn ademhaling zo rustig en stil mogelijk te houden. Dan ziet hij de kat die het geluid veroorzaakte en slaakt een zucht van opluchting. Het is al vier uur. In de verte hoort hij Bas roepen “Ik heb je gezien!” waarna een andere stem, die van Jeroen, roept: “Rennen, Mies!”. Michel springt overeind en rent naar de boom. “Buut vrij!”, roept hij zo hard als hij kan.
Recente reacties