Gelukkig ben ik geboren in Amsterdam,
jammer, al was het kort, dat wij verhuisden naar het dorp Epe.
Gelukkig hadden mijn vader en moeder daar een patatkraam,
alleen wel jammer dat wij nooit patat kregen.
Gelukkig hadden ze een houten klim schutting naast de kraam,
jammer dat die zo splinterde.
Gelukkig kwam die vette splinter niet in mijn oog,
Jammer dat die in mijn hand kwam.
Gelukkig hadden ze een dokter in Epe,
Jammer dat het zondag was.
Gelukkig waren ze daar in Epe met hun geloof,
Jammer voor een kind met een splinter van 4 cm. in zijn hand.
Gelukkig zou het morgen maandag zijn en er weer gewerkt worden,
Jammer dat ik die tijd niet had.