Zijn schoonbroer was al verdwenen. Hij hoopte om de financiele beloning die hij, dankzij zijn loslippigheid, kon opstrijken, zo vlug mogelijk te kunnen verteren. Het was de vraag of hij een beloning zou ontvangen, want men vond geen spoor van illegale aanwezigheid in het doorzochte appartement.
Herbert werd voor onbepaalde tijd geschorst van overheidsdienst. Hij kreeg geen salaris meer en moest zelf opdraaien voor de herstellingskosten van zijn ingestampte voordeur en voor de rest van de schade die er tijdens de huiszoeking was aangericht. Bovendien bleven hij en zijn vrouw onder blijvende verdenking en nauwelijks verhulde bewaking door leden van het MIV (Ministerie van Interne Veiligheid). Herbert had geen verdere overtuiging nodig om te besluiten de ondergrondse verzetsbeweging te vervoegen.
Recente reacties