Een natte hondensnuit verfrist mijn neus. Bijtijds vermijd ik de bijbehorende tongzoen.
Ik wil niet, maar een opgewekte echtgenote, tezamen met een hyperactieve hond dwingen mij tot opstaan.
Zwijgend kleed ik me aan en eet een plakje krentenbrood. Staand, om het enthousiaste hondengebedel te vermijden.
Ik slurp mijn koffie naar binnen.
Hond en vrouw kijken me met grote ogen aan.
Oh, ja, ik moet de hond uitlaten.
Jas aan. Poepzakjes mee. Riem om.
Ik wandel en groet mijn gelijkgestemde buurvrouw. Ze rookt zwijgend haar peukje. Ik neem aan dat buurman ’s morgens net zo blij als mijn vrouw is.
Dan poept de hond. Ik doe zijn stinkende drol in het zakje.
Nu nog een knoop erin. Hoera, het is zondagochtend.
Recente reacties