Wanneer ik er uit stap lijken mijn vingers wel eeuwen oud. Ik zou er zo perkament van maken. Ik heb er uren liggen drijven. Weken tot op het bot. Onder klinken geluiden holler, maar daarom niet minder mooi. En dan precies zo blijven liggen dat je in leven blijven kan. Ik stel mij voor een dode zee. Zo een stille, zo een lege. Zo eentje waar ik ooit gedreven heb. De zwaarste delen zinken eerder en raken net niet kant noch wal. Zo kan ik dromen over gewichtloosheid. Over sneller dan het licht. Langzaam wordt het kouder. Zo ook ik. Zo ook zij. Ik sla mijn handen om haar enkels en trek haar net iets dichterbij..
Recente reacties