Is het dag of nacht? De gordijnen zijn gesloten, een schemerlamp brandt.
Opeens zit ze daar weer. Ik tracht diep in te ademen, mijn hart gaat sneller slaan. Het doet pijn. Er komt een zacht geluid uit mijn keel. Ze strekt haar arm, bestrijkt mijn lippen met de bevochtigde lemonstick. Door mijn wimpers zie ik haar mooie gezicht. Huil maar niet, meisje, wil ik zeggen. Dan wordt alles zwart.
Iemand komt binnen. Ik probeer mijn ogen te openen. Het lukt niet. Zelfs dat is me niet meer gegund. Ik weet dat ze er is, hoor haar zachtjes snikken. Het is goed zo, meisje, ik heb een mooi leven gehad. Een bekende stem: hij met zijn zwarte tas in de hand.
Recente reacties