Guitig kijkt het tienermeisje de open wachtruimte van de polikliniek rond. Ze heeft het syndroom van Down. Vrolijk babbelend over alles wat ze ziet, zit ze tussen haar ouders in.
Een zwartharige jongeman in een slobbertrui loopt voorbij.
Het meisje zet een paar grote ogen op. ‘Kijk, kijk,’ fluistert ze opgewonden, ‘Danny van Goede Tijden, Slechte Tijden.’
‘Nee joh,’ zegt haar moeder, ‘dat is Danny niet. Maar hij lijkt wel op hem.’
‘Hij komt terug.’ Het meisje danst op haar stoel. ‘O, Danny.’ De Danny loopt met snelle passen voor de tweede keer langs. In trans kijkt ze hem na. Ze knijpt haar vader in zijn arm. En met een gelukzalige glimlach zegt ze: ‘Ik voel vlinders in mijn buik.’
Recente reacties