Er was eens een kapster met een prachtige salon. Ze noemde zich Trudolora van Kneydelaer tot Wanssum, maar eigenlijk heette ze Truus. Dames kwamen van heinde en verre om er hun haar in de krul te laten zetten. Als Truus haar dag had, kneedde ze zó’n superieure veerkracht in de bolle dameskuiven, dat baronessenhoeden er spontaan op gingen dansen. Maar barre tijden troffen ook de adel. De baronnessen kwamen koffiedrinken en converseren -op kasteel was het stervenskoud- en lieten hooguit wat bijpunten. Wanhopig riep Truus de kapperspatroon aan, die ze bij hoogconjunctuur nog zo schaamteloos beschimpte. Heilige Patrick kwam meteen.
“Bijpunten! Met mijn talent!â€
“U worde beloond.â€
“Ammehoela! Leerlingenwerk!â€
En de leerlinge?
Thuisgekomen zag die haar kappersschort. Boordevol gouden haartjes.
Recente reacties