Het was vloed en Kees ging een frisse duik nemen in het zilte zeewater.
Kees had op school geleerd dat zwemmen met eb gevaarlijk is. Kees voelde zich dan ook veilig toen hij in de vroege ochtend in zijn eentje aan het badderen was. Kees kon niet goed zwemmen en ging daarom altijd zover dat hij nog kon staan.
Toen Kees dit keer controleerde of dat kon trapte hij per ongeluk in zeewier. Met een schoppende beweging wilde Kees zich bevrijden. Door een stom toeval ontstond daardoor een knoop waaruit Kees niet los kon komen.
Kees had op school geleerd hoe snel het water met vloed stijgt.
Met zijn duikershorloge heeft hij nog kunnen berekenen hoe laat hij zou verdrinken.
Zout!
Of wordt dat woordje niet meer gebruikt?
Als hij nog beter had opgelet op school had ie geweten dat zeewier eetbaar is en had hij zich een weg naar de vrijheid kunnen knagen