De Reest meandert vredig vanaf Balkbrug langs verspreide boerderijen omzoomd door boomgroepen en weilanden met loom grazende koeien in het grijze licht van een late augustuszon. Hollandser kan het bijna niet, alleen Marsmans geknotte torens en populieren ontbreken.
In de zomer stroomt de Reest nauwelijks, je moet erin spugen om te zien wat stroomop- of stroomafwaarts is. Of letten op de waterplanten die onveranderlijk, als passaatbomen, in dezelfde stroomrichting hangen. Vissen zijn er niet, wel vlindert de zilveren maan rond de paarse bloempjes van het half parasitaire moeraskartelblad.
’s Avonds verstoren boomkikkerkoren de stilte.
Dat wil zeggen, die boomkikkers die de dag hebben overleefd. Zij kwaken het gruwelijk verhaal over de zwart-wit gevederde rovers die genadeloos hun kroost hebben vermoord.
Wat een Telegraaf titel, kan het een onsje minder? Iets van “ooievaarsstreken” of zo.