“Wat wil jij later worden dan?” vraagt Boris, een jongetje uit groep 5, op het schoolplein.
“Dat weet ik nog niet zo goed, misschien een soort dokter in het ziekenhuis,” zeg ik. Je moet toch wat.
“Dan kom ik later bij jou langs in het ziekenhuis.”
“Maar dat wil je toch helemaal niet? Dan moet je ziek zijn, dan moet er iets stuk zijn in je hersenen.”
“Nou, dan sla ik mijn hersenen wel stuk en dan mag ik bij jou komen,” zegt Boris terwijl hij met z’n hand op z’n hoofd slaat. Ik moet erom lachen. “Nou, jij mag altijd langskomen hoor. Daar hoef je je hersenen niet voor stuk te slaan.”
Recente reacties