Hij stond er trouw iedere vierde mei. Dat moest ook wel, als voorzitter van de oudstrijdersvereniging van de KNIL kreeg hij een persoonlijke uitnodiging. Hij deed het ook met overtuiging, had na zijn strijd in de oost en bij zijn werk aan de Birmaspoorlijn te veel kameraden verloren. Nooit mogen we vergeten, daar gaat het om.
Wat hem tegenstond was dat zij, de Indiëgangers juist wel jaren vergeten waren. Dat hij had moeten vechten om ook dat stukje vaderlandse geschiedenis op de kaart te zetten. Zijn echte jaarlijkse dodenherdenking was in augustus in Den Haag, bij het Indiëmonument.
Vorig jaar was hij er voor het eerst niet bij. Hij overleed, 89 jaar oud, na een lange strijd voor erkenning.
Respect
Zoveel doden te herdenken en zo weinig tijd.
De herdenkende strijder herdacht.