Gapend en glimlachend werd de peuter wakker na zijn middagslaapje en stak de armpjes uit. Er was niemand.
Blij en vol verwachting rende het kind na de eerste schooldag naar buiten waar het zijn moeder dacht. Er stond niemand.
Hoopvol zocht de jongen op de nieuwe school naar een verwante eenzame ziel. Hij vond niemand.
Gespannen wachtte het joch op een reactie na een komisch bedoeld optreden op een examenfeest. Er lachte niemand.
Opgewonden paradeerde de knul voor een groep jonge meiden op het strand. Er keek niemand.
Wrokkig sprong de man voor de trein.
Toen kwamen er veel mensen.
Heftig, als het te laat is krijg je aandacht.
Ik krijg er tranen van.
Ikzelf ook, bij het schrijven.