“Hè, jij ook altijd”. Ze kijkt hem hoofdschuddend aan. Is het ergernis? Onbegrip? Medelijden? Minstens dertig jaar moeten ze bij elkaar zijn. Of meer. Ze dragen dezelfde kleur jas. Ecru. En allebei zilvergrijs haar. Bleke gezichten. Ze zitten vast veel binnen. Te puzzelen. Of ze kijken naar een reisprogramma op omroep Max. Dromen ze nog? Vast wel. Dat stopt nooit.
De rij wordt langer. Ze staan te treuzelen. Hij dringt nog een keer aan. Een smekende blik bijna.
“Man, man, man… we winnen toch nooit iets? Nooit een ene cent”. Haar stem slaat over. Ze klinkt moedeloos.
Hem lijkt het niet te deren en kijkt hoopvol. Grote ogen.
Ze ritst haar portemonnee weer open.
“En nog een staatslot”, mompelt ze.
Recente reacties