De koets stond voor het Paleis, toen de nachtklok luidde.
‘Over twaalf slagen,’ zei Assepoester, ‘ben je weer pompoen.’
‘Niks ervan,’ zei de koets. ‘Ik wil liever koets zijn, of lampion, of zo’n decoratief object op een tuintafel, alles, maar geen pompoen. Daar ben ik helemaal klaar mee.’
‘Tempis, c’est la vie,’ zei de Fee, die ineens tevoorschijnde . ‘Dadelijk is de betovering verbroken, en ben je weer je oude oranje zelf.’
‘Nee!’ De koets gaf de paarden een zweepslag. Ze vlogen ervandoor en sleepten hem en de Fee mee.
Assepoester schrok zo dat ze struikelde en een glazen muiltje verloor. Daar stond ze, met één blote voet, en zonder vervoer. Van koets noch Fee is ooit meer iets vernomen.
Het mooiste aan deze variant is dat je als lezer verplicht bent een passend vervolg te bedenken. Erg leuk gedaan.
Die eigenwijze pompoenen ook altijd!
Leuke poets van die koets.
Leuke variant zo.
Grappig.
Ik lees hier meerdere varianten van “de andere kant van het verhaal”.
En Assepoester leidde verder een feeëriek bestaan…