Zij danste graag in het bos. Mensenkinderen mochten overdag buiten spelen, maar elfenkinderen moesten voor licht binnen zijn.
Zij lag op haar rug en keek naar de sterren. Fantastisch zou het zijn om daar te dansen, zo hoog in de lucht!
’s Avonds pakte zij stiekem het grote toverboek van haar moeder en zocht naar de vliegspreuk. Zij leerde die snel uit het hoofd, rende naar buiten en ja hoor…het werkte! Zij draaide rondjes, vloog ondersteboven en buitelde tussen de sterren! O, wat was zij blij!
Maar hoe moest zij omlaag komen?
Voor altijd miste zij haar vriendinnetjes terwijl zij zweefde tussen de sterren.
Dus kijk je omhoog en zie je een ster knipperen? Denk dan aan het zielige elfenmeisje.
Recente reacties