Er was eens een land, dat bestuurd werd door een boze koningin, die slecht voor haar onderdanen zorgde.
Een goede fee dacht dat de koningin wellicht een goede daad zou verrichten, als zij iets mocht wensen. Daarom bezocht ze de koningin en zei: ‘U mag eenmaal wensen wat u maar wilt.’
‘Wat ik maar wil?’ De ogen van de koningin glansden. ‘Dan wens ik dat al mijn wensen in vervulling zullen gaan.’
‘U heeft de juiste keus gemaakt.’ De fee wuifde met haar toverstafje en vloog daarna weg, erop vertrouwend dat de koningin het juiste zou doen.
‘Ik wil dat mijn paleis gevuld wordt met goud,’ wenste de koningin.
Aldus geschiedde. Goudstaven stapelden zich torenhoog op en bedolven de koningin.
Leuk, met een zeer passend einde.
Die fee is overigens wel een erg goedgelovige muts.
Zo zijn feeën.