Voor altijd opgesloten in deze toren. Stil liggend op mijn bed, zo koud. Met op mijn borst een bos dode rozen, een kroon van zilver siert mijn hoofd. Mijn bevallige haren omringen mijn gezicht, inmiddels zo lang gegroeid dat ze mijn voeten raken. In mijn kamer, slechts een straaltje licht, al kan ik dit niet aanschouwen. Mijn eeuwige slaap verhindert mij ooit nog te zingen, dansen of beminnen. Liefde zal ik nooit meer kennen, ik zal verder slapen zonder een eerste kus. Mijn karmijnrode lippen immer smachtend, maar bevroren. Mijn satijnen huid nooit aangeraakt. Mijn liefde is mij weggenomen. Aan mijn oog ontsnapt kristal. Mij is geen lang en gelukkig leven geschonken…
Mijn Prins is nooit langs de draak gekomen.
Voor Odette bij het sprookje ALLEEN Ja, wat een integer verhaaltje, fijn dat je aanneemt dat ik het verhaal van de draak ken, vergroot de impact van het einde, fantastisch!