Op muzikaal gebied heb ik een voorliefde voor one hit wonders. Niet alleen omdat het vaak gewoon erg leuke liedjes zijn die je jaren later nog herkent of zelfs kunt meezingen (vaak zonder de titel of zelfs de artiest te weten). Maar ook vanwege de dramatiek die er schuil gaat achter zo’n nummer. Er is weinig intrigerender en misschien wel verdrietiger dan een artiest of een band die een leven lang aan creativiteit in één enkel nummer verbruikt om daarna enkel nog niemendalletjes te maken en terend op die ene hit avond na avond de ene na de andere schimmige kroeg aan te doen om maar brood op te plank te hebben. En vooral niet op een kantoor te belanden.
Aan de andere kant werken gerennommeerde artiesten hun hele leven voor maar één song of album van belang. Elvis had alleen maar “From Memphis with love” te maken, Johnny Cash alleen maar “My mother’s hymn book” en zelfs Bach alleen maar zijn Toccata en fuga in d (nou ja, en Brandenburg 2 misschien).
Een van de meest sprekende hedendaagse voorbeelden is Bitter Sweet Symphony van the Verve. Eén gigantische hit, nog steeds dagelijks gedraaid op de meeste radiostations levert nog jaarlijks miljoenen op aan royalties. Geld dat niet naar the Verve maar naar The Rolling Stones gaat omdat de heren van the Verve vergeten hadden hun sample te registreren.
Maar pas als je in de wereld van de klassieke muziek gaat kijken, kom je prachtige voorbeelden tegen… (zij het dan zonder het royalties-verhaal).