Hij zat op mijn rug, de ijsbeer en hij at een rauwe vis. Ik voelde zijn gewicht mijn longen dichtdrukken en mij mijn adem benemen. Ik wilde schreeuwen dat hij weg moest gaan, maar ik had er geen kracht genoeg voor. Ik rook zijn zoute vel en zijn hete adem. ‘Sta op Suzanna, sta gewoon op. ‘zeiden ze. ‘Je kunt het, als je maar wil.’ De ijsbeer nestelde zich nog eens en hij gaapte schaamteloos. Hij week niet voor zonlicht en niet voor narcissen, aan mijn intenties had hij geen boodschap. Hij maakte mij zo moe, zo intens moegestreden. Ik lag daar maar en telde de dagen. Tot hij zijn eerste poot optilde, zuiver en alleen omdat hij wilde gaan.
Een witte depressie? Mooi beeld van die ijsbeer. 👍😊Je voelt de koude en de zwaarte.