Mijn vechtershart wil zich ontladen. Het liefkoost, huilt en vecht, vanaf de vroege morgen tot de late avond. Zelfs tot diep in de nacht. De liefkozing is nog het moeilijkst. Die zit verstopt dicht onder de huid. Het hart pinkt traantjes weg en vecht zich stapel om het verdriet binnenhuids en binnenskamers te houden. Het bloed dat protesteert. Dat is te zien in bloeddoorlopen ogen, die waterig in de oogkas staan, overlopend van zoete zoute tranen. Waar laat ik mijn verdriet, waar laat ik mijn pijn? Mijn hart slaat tweehonderd slagen per minuut, weet met zichzelf geen blijf. Het slaat van binnen lomp om zich heen. Mijn vechtershart wil geen oorlog met zichzelf. Wil slechts ontlading van liefde, stil verdriet.
Mien, heel veel sterkte!ā„
Oorlog binnenin jezelf.
Wauw
Heftig stukje… Niet overal even duidelijk. Maar heftig zeker.
@Mien. Wat zielig… wel een hartje verdiend.
Groet,
Han
Dank voor jullie reacties. Met mij gaat verder alles goed. Ik heb bewust voor de ik-vorm gekozen omdat het stukje dan sterker werkt. In de derde persoon was het anders overgekomen. Toch bedankt voor jullie medeleven. Het komt binnen.
Hoi Mien,
Sterk stuk. Moet het vechtershart geen oorlog met zichzelf voeren om er weer een hart van te maken?
Alleen met veel liefde maakt een hart zich weer hard. Heel en hart. Zelfs een gebroken.