De veldslagen die koning Edward van Engeland voerde om zijn aanspraak op de Franse troon kracht bij te zetten, betaalde hij met geleend geld. Naar schatting was hij de Florentijnse firma Bardi 600.000 tot 900.000 gouden florijnen schuldig en de bank van Paruzzi nog eens tweederde zoveel. Omdat de wolproductie, die hij als onderpand had gegeven, niet de verwachte som opleverde, kon hij zijn verplichtingen niet nakomen en raakten beide banken in de problemen. Kapitaal verdampte, winkels en werkplaatsen werden gesloten, lonen niet uitbetaald. Eerst viel Peruzzi om, een jaar later Bardi. In hun val sleepten ze de bank van Acciaiuioli mee. Een monetaire crisis die zijn weerslag vond in heel Europa.
En dit alles in het jaar 1343.
Recente reacties